Programma 11. Financieel solide

We werken aan de volgende doelstelling(en):

• Beheerste lastendruk

We streven er naar om de lokale lastendruk minimaal € 22,50 onder het landelijk gemiddelde te houden. In 2021 is dit ook gerealiseerd. Op basis van de jaarlijkse cijfers vanuit het onderzoeksinstituut COELO bleven we in 2021 € 37 onder het landelijke gemiddelde. Onze OZB en de afvalstoffenheffing lagen in 2021 rond het landelijke gemiddelde. Onze rioolheffing lag ruim onder het landelijke gemiddelde.
In de programmabegroting 2022-2025 is besloten om de OZB alleen te laten stijgen met het inflatiepercentage (2%) en de rioolheffing met 3%. Hier staat tegenover dat we de afvalstoffenheffing hebben verlaagd met € 15. Per saldo verwachten we dat in 2022 de lokale lastendruk gemiddeld daalt. Afhankelijk van de landelijke ontwikkelingen verwachten we daarom dat de lokale lastendruk stabiel onder het landelijk gemiddelde blijft.

Daarnaast willen we de gewenste opbrengst voor de gemeente tegen zo laag mogelijke uitvoeringskosten verkrijgen. De Belastingsamenwerking Oost-Brabant (BSOB) voert de belastingtaken voor ons uit. De portefeuillehouder financiën is lid van het dagelijks bestuur.

• De totale lastendruk lag in 2021 ruim onder het landelijke gemiddelde (€ 37 onder het landelijke gemiddelde). Voor het jaar 2021 is besloten om de OZB te verhogen met 7,25%, waarvan 2,25% inflatiecorrectie betrof. In 2021 stonden we op plek 106 (van de 374 (deel)gemeenten) met de laagste lastendruk.
• We hanteren een kostendekkend tarief voor riolering. In 2021 is de rioolheffing niet verhoogd.
• We verhoogden in 2021 de afvalstoffenheffing. Dit leidde tot een gemiddelde stijging van ruim 7% in 2021. Voor onze gemeente komt dit omdat we in de containercombinatie uitgegaan zijn van een nieuwe standaard. Tot en met 2020 was de standaard een grote grijze en een kleine groene container. In het nieuwe afvalbeleid is de nieuwe standaard een kleine grijze en een kleine groene container. Het gemiddelde tarief voor de COELO cijfers is gebaseerd op deze nieuwe standaard.
• Het oordeel van de waarderingskamer over de BSOB voor onze gemeente was "goed". "Goed" is van toepassing op een gemeente die WOZ-taxaties van goede kwaliteit levert en daarnaast op alle onderdelen van het WOZ-werkproces voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen. De gemeente heeft ook voldoende maatregelen getroffen voor adequate aansturing en kwaliteitsbeheersing van de werkzaamheden.
• We monitoren jaarlijks de uitvoering van de belastingen bij de BSOB. De BSOB had/heeft een aantal uitdagingen. De impact van de no cure no pay bureaus op het aantal bezwaren tegen de WOZ waardering, de overgang van het waarderen op oppervlakte, verdergaande automatisering en robotisering e.d.. Op basis van een zogenaamde business case wordt een meerjarige koers uitgezet om zowel de kwaliteit van de dienstverlening als ook een gezonde financiële positie te kunnen blijven garanderen. Naar aanleiding van een door de gemeenteraad aangenomen motie is het probleem met betrekking tot "no cure no pay" is een motie voor de ledenvergadering van de VNG aangenomen. Deze motie zorgde ervoor dat dit onderwerp is toegevoegd aan de lobby-agenda van de VNG richting de landelijke overheid. Dit met als doel de wetgeving omtrent bezwaarschriften WOZ-waarden aan te passen, zodanig dat de aantrekkelijkheid van het verdienmodel voor de NCNP-bureaus wordt beëindigd en gemeenten verlost worden van een forse, onnodige kostenpost en grote problemen in de belasting uitvoering.
• In het kader van COVID-19 ondersteuning is besloten om in 2021 geen reclamebelasting en ook geen precariobelasting voor terrassen en uitstallingen op te leggen. De reclamebelasting ter hoogte van circa € 210.000 is niet geïnd, echter wel doorbetaald aan stichting centrummanagement (CMO). De toeristenbelasting is wel regulier opgelegd in 2021 (maar is lager door daling van aantal overnachtingen).